Versterk de bevlogenheid van je werknemers (en voorkom zo burn-out)  

22 mei 2019 -

In mijn werk valt het me al jaren op dat vaak de meest bevlogen werknemers ook degenen zijn die na een tijd opgebrand kunnen raken en met burnout verschijnselen te maken krijgen. Zelf heb ik dat ook ervaren toen ik in Afrika en Bangladesh ontwikkelingswerk deed. Volledig op gaan in je werk en zo graag bij willen dragen aan een betere wereld dat je er zelf van opbrand. Herkenbaar? Wat blijkt: bevlogenheid en burnout hebben alles met elkaar te maken. Waar de bevlogenheid wegebt, ligt burnout op de loer. En vice versa: het vergroten of hernieuwen van bevlogenheid kan een buffer vormen voor burnout. Dat is positief nieuws.

Wat is bevlogenheid?

‘Bevlogenheid’, een prachtig woord. Wat betekent het? De wetenschappelijke definitie is ‘Een positieve affectief-cognitieve toestand van opperste voldoening, die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie’ (Schaufeli & Bakker, 200). Een hele mond vol.

Bevlogenheid gaat dus over zin hebben in je werk, je energiek voelen en lang door kunnen gaan met je werk ook bij tegenslag. Enthousiast zijn over je werk, je geïnspireerd voelen en er veel voldoening uit halen. Daar hoort ook bij dat je helemaal op kunt gaan in je werk zodat je de tijd vergeet en in een staat van ‘flow’ bent.

Bevlogenheid versus Burnout

Wist je dat bevlogenheid de andere kant van de medaille is van burnout? Hier wordt het interessant in een organisatiecontext. Door de bevlogenheid van werknemers te versterken kun je de kans op burnout verminderen. In Nederland zijn ongeveer net zoveel mensen bevlogen als burnout. Beide zo’n 14 procent (source). Niet zo gek dus dat veel organisaties op zoek zijn naar een aanpak die werkt om burnout te voorkomen en bevlogenheid juist te versterken. Deze positieve aanpak gericht op het versterken van wat werkt in plaats van gericht te zijn op het voorkomen van dat wat niet werkt. Dus niet mensen op het werk minder moe maken maar de bevlogenheid vergroten. Hoe doe je dat?

Ga een moedig gesprek met elkaar aan

Bespreek in je team hoe het staat met vitaliteit, toewijding en kunnen werken in flow. Een aantal voorbeeldvragen (vrij vertaald uit de UBES-schaal die bevlogenheid meet):

  • Heb je in de ochtend zin om naar je werk te gaan? Of zie je er juist tegenop? Heb je het gevoel dat je lang door kunt gaan met je werk of krijg je steeds signalen dat je het rustiger aan moet doen?
  • Hoe voel je je tijdens het werk? Energiek of juist een beetje uitgeblust? Als je aan het werk bent, gaat de tijd dan snel of juist langzaam? Hoe voel je je tijdens je werk? Gelukkig? In vervoering? Of juist verveeld en afgeleid?
  • Ben je enthousiast over je werk, haal je er inspiratie uit, is er voldoende uitdaging?

Breng energiebronnen en -lekken in kaart

Onderzoek als team wat een ieders energiebronnen zijn, wat draagt bij aan vitaliteit, toewijding en flow? En ook waar lekt de energie. Wissel met elkaar uit. Zijn er onderling veel overeenkomsten of juist weinig? Maak eerst voor jezelf en vervolgens als team een top 3 van de belangrijkste energiebronnen en energielekken. Bedenk per item wat een mogelijke eerstvolgende stap is om ofwel de energiebron te versterken of juist het energielek te verminderen.

Voorbeelden:

Energielek: te weinig uitdaging in mijn werk.
Oplossing: job crafting.
Eerstvolgende stap: met mijn leidinggevende aan tafel om te kijken hoe mijn functie uitdagender ingericht kan worden.

Energiebron: thuis kunnen werken.
Oplossing: duidelijke afspraken over telewerken.
Eerstvolgende stap: heldere afspraken maken met mijn leidinggevende over hoe vaak ik thuis mag werken en onder welke voorwaarden.

Energielek: afgeleid worden door social media op mijn telefoon waardoor ik niet in een staat van flow terecht kom.
Oplossing: afleiding van social media verminderen.
Eerstvolgende stap: social media van mijn telefoon verwijderen.

Betrek de context

Vaak worden werknemers als individu aangesproken op hun vitaliteit of well-being op het werk. Alsof het persoonlijk is, los van de context. Uit onderzoek blijkt dat de fit met de omgeving net zo belangrijk is als de person-job-fit. Kijk dus niet alleen naar de persoon maar juist ook naar de fit met de omgeving.

Wat kun je aan de omgeving veranderen waardoor de vitaliteit, toewijding en absorptie van medewerkers toe kan nemen? Zelfsturing is hier een mooi voorbeeld van. Organisaties die zelfsturing invoeren, vergroten de autonomie en regelruimte van werknemers. Zij kunnen zelf hun rollen en verantwoordelijkheden aanpassen waardoor hun werk bijvoorbeeld uitdagender wordt. Wie zelf invloed heeft op de besluitvorming, kan meer inspiratie in zijn werkomgeving brengen en er ook meer uithalen. Een voorstel om flexibele werktijden te introduceren kan leiden tot vitaliteit.

Maar ook in een niet-zelfsturende organisatie kun je natuurlijk kijken naar stimulerende en belemmerende omgevingsfactoren. Door een krachtenanalyse met elkaar te doen kom je erachter wat je aan de context kunt veranderen waardoor bevlogenheid de kans krijgt om toe te nemen.

Het leuke van bovenstaande aanpak is dat het niet alleen bevlogenheid versterkt maar ook het bewustzijn van werknemers vergroot dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun werksituatie. Dan is burnout of bevlogenheid niet meer iets wat je overkomt maar wat je al dan niet kunt creëren voor jezelf en je omgeving. De bewust bevlogen werknemer neemt daarmee zelf verantwoordelijkheid voor zijn of haar werkgeluk.

Wendy Wendy